Hij is nog maar vijftien als hij huis en haard verlaat om een nieuw, veilig land te zoeken. Als Hazara Moslim is hij in Afghanistan niets waard, de Pashtun, waar de Taliban bij hoort, is de absolute heerser. Hazara’s worden geminacht, ontvoerd en soms vermoord. Het is elke dag oorlog in Afghanistan en Jamshid Hossinzadah moet voor zijn eigen veiligheid vluchten van alles wat hem lief is. Toch brengt deze vlucht hem een vrede die veel verder gaat dan in een veilig land wonen.
‘De reis was moeilijk’, vertelt Jamshid, ‘Dagenlang liepen we door de bergen, voeren we in overvolle bootjes over zee en steeds maar weer moesten we veel geld betalen om verder te komen. Het was een spannende reis waarin we veel ellende en doden hebben gezien. Ik reisde samen met een groep andere vluchtelingen die ik onderweg leerde kennen. Na opvang in een van de Griekse kampen kwam ik in Oostenrijk. Daar ontmoette ik een gezin dat mij mee kon nemen naar Nederland, een land waar het veilig zou zijn.’ In Nederland geeft de COA hem een treinkaartje naar Ter Apel waar hij de eerste paar weken verblijft. Vervolgens wordt hij naar Grave, bij Nijmegen gestuurd, een plek waar veel minderjarige vluchtelingen verblijven.
‘In Grave ontmoette ik een Afghaanse moeder met twee zonen en een dochter. Ik sloot vriendschap met een van de jongens en bleef regelmatig bij hen eten. Wat mij daar opviel was dat zij anders baden dan ik gewend was. Zij baden met hun ogen dicht en handen gevouwen en altijd voor het eten. Dat maakte mij nieuwsgierig. Ik dacht dat zij ook moslim waren, dus waarom baden zij dan zo? Het hield me enorm bezig. Na een poosje stelde ik die vraag. De moeder gaf geen direct antwoord maar stelde een tegenvraag: “Zondag gaan wij naar de kerk, misschien wil je met ons mee om daar te horen waarom wij dit doen”. Ik was zo nieuwsgierig dat ik toestemde.
De kerk was een verrassing voor mij. Allereerst werd ik verwelkomd met een knuffel en met de woorden: “Welkom in Gods huis”! Overal zag ik mensen uit Iran en Afghanistan, en natuurlijk ook Nederlanders. Ik kreeg een koptelefoon en daardoor hoorde ik alles in mijn eigen taal. Wat er gezegd werd vond ik interessant. Ik hoorde dat God echt naar mij luistert als ik bid. Er werden zelfs twee liedjes in mijn taal gezongen. Ik vond het zo mooi dat ik vanaf die zondag elke week mee ben gegaan.’
Jamshid wordt begeleid door mensen van de kerk en hij wil zich graag laten dopen. Vlak daarvoor wordt hij, samen met een paar andere jongens die ook tot geloof zijn gekomen, overgeplaatst naar een ander AZC. Daar komt hij via de kerk in contact met Rolf Pelleboer, die hem vanaf dat moment onder zijn hoede neemt. Rolf is jarenlang verbonden geweest aan Navigators en heeft met zijn vrouw vele jaren een Captains Club aan huis gehad. Rolf: ‘Dankzij Navigators heb ik Jezus leren kennen, zij hebben mij geleerd wat discipelschap is en ik heb bij Navigators mijn vrouw leren kennen.’
In de NGK in Eindhoven worden de Afghaanse jongens, waaronder Jamshid gedoopt: ‘Ik ben zo blij dat ik Jezus heb leren kennen. Ik had nog nooit gehoord dat Jezus ons, door zijn dood en opstanding, bevrijd heeft van de zonde. In de islam ben je altijd bang. Je weet niet wat er gebeurt als je sterft. Er is niks zeker, en er kunnen je dan verschrikkelijke dingen overkomen. De eerste boeken in de Koran zijn hetzelfde als in de Bijbel, maar dat is net alsof je een banaan hebt gekregen, maar de inhoud van de banaan niet. Als christen weet je dat je naar Jezus gaat, dat je vergeven bent. Ik moet ook leven als christen, veel met God praten en in de Bijbel lezen. En als ik onenigheid heb met iemand dan voel ik mij zo naar. Ik wil dat dan meteen goedmaken. Als moslim doe je dat niet, zelfs niet bij de ramadan, terwijl het daar wel moet. Maar nu kan ik niet rustig slapen als ik het niet goed probeer te maken.’
‘Mijn ouders weten dat ik christen ben en willen geen contact meer met mij. Dat is verdrietig. Via de buren hoor ik wel wat over hen. Ze weten ook waarom ik christen ben geworden, maar voor hen is dat moeilijk. Ze worden nu met de nek aangekeken in het dorp omdat hun zoon christen is geworden. Je wordt gestenigd in mijn dorp als je christen wordt. Afgelopen zomer is mijn vader overleden. Ik zou zo graag mijn familie hierheen halen. Maar dat is moeilijk.’ Gelukkig gelooft de IND dat Jamshid christen is geworden en heeft hij een verblijfsvergunning gekregen. Dat lukt lang altijd niet omdat de IND deze mensen ervan verdenkt dat ze alleen vanwege de verblijfsstatus zeggen dat ze christen zijn.
Niet alleen Jamshid is veranderd, ook Rolf en hun kerk zijn veranderd. Rolf: ‘Mijn geloof is verdiept. Door onder andere Jamshid heb ik gezien hoe de Islam vooral angst is. Ik zag hoe het is voor iemand die uit een geloof komt waar je zonden niet zijn vergeven. Dat heeft mij weer een frisse kijk op het geloof gegeven. Ik zag letterlijk wat het hem doet om dit te ontdekken. Dat is opnieuw gaan leven voor mij. En wat ik ook bijzonder vind is dat hij en zijn vrienden ons duidelijk hebben gemaakt dat wij familie in Christus zijn. Ze zijn verstoten door hun ouders, maar ze hebben er een nieuwe familie voor terug gekregen, en dat is opeens heel levend in onze kerk. Daarnaast zien we dat onze jongeren van hen leren om duidelijk voor Jezus te kiezen. Zij zijn een voorbeeld en dat wordt opgepikt door de jeugd. Het is zo bijzonder dat dit niet alleen het leven van Jamshid veranderd heeft, maar ook dat van ons.’
Interview: Marieke Boersma-Lensen, fotografie: Mirjam van Klaarbergen photography
Voor een prettig werkende website maken we gebruik van cookies. Als je dit accepteert sta je ons toe om data op onze site te verwerken, zoals ip-adressen en browse-gedrag. Als je het gebruik van cookies weigert kan het zijn dat (delen van) de website minder goed werkt.
[EN] To provide the best experiences, we use technologies like cookies to store and/or access device information. Consenting to these technologies will allow us to process data such as browsing behavior or unique IDs on this site. Not consenting or withdrawing consent, may adversely affect certain features and functions.